Folckert Johannes ¹

   Folckert was ook bekend als Folckert Joes.

  Bij het onderzoek

De eerste vermelding van Folckert Johannes is in de Recesboeken van Kollumerland. Hier wordt hij in een akte van 24-12-1611 samen met zijn broers Rintze en Wyger genoemd.
Er is ook een niet nader aangeduide Metske Johannes. Dat ook hij een broer is valt af te leiden uit de diverse akten van andere leden van deze familie in Kollumerland.
Folckert blijkt in 1625 al een paar jaar te zijn overleden, wanneer op 29 maart 1625 zijn broers Tierck en Rinze Johannes curatoren zijn over zijn kinderen, op verzoek van Metske Aeuckes. Deze laatste trouwde op 31 maart 1625 met Folckerts weduwe Aescke Metskes.
Folckert en Aescke hadden een zoon Metske Folckerts. Diens zoon Folckert Metskes werd in 1667 een erfgenaam van Aescke.

Deze Metske Aeuckes leidt ons op 14 februari 1626 als curator over de kinderen van wijlen zijn schoonzus Syu Metskes naar haar man Johannes Jeppes, de dijkgraaf van Collumerlant.

Nico v/d Woude: Folckert Johannes, overl. vóór 27 jan. 1621, trouwt As Metskes, geb. ca. 1587, overl. 23 maart 1665, begr. Kollum (kerk), trouwt 2. vóór 31 maart 1625 Metske Aeuckes, geb. ca. 1598, overl. Kollum 21 febr. 1670, begr. Kollum (kerk).

Op 29 maart 1625 zijn de broers Tierck en Rinze Johannes curatoren over de kinderen van wijlen Folckert Johannes, op verzoek van Metske Aeuckes. Folckert is echter al eerder overleden, want er is daarvoor een aantal malen sprake van de weduwe van Folckert Johannes: op 27 februari 1621 en 12 maart 1622. As blijkt op 31 maart 1625 al hertrouwd aan Metske Aeuckes. De kinderen uit het eerste huwelijk zijn: Johannes (18de), Tamme (16de), Saepe (14de), Rintze (12de), Hil (11de) en Metske Folckerts (8ste)

Uit dit huwelijk: 1. Johannes Folckerts, geb. ca. 1608. 2. Tamme Folckerts, geb. ca. 1610. 3. Sape Folckerts, geb. ca. 1612. 4. Rintje Folckerts, geb. ca. 1614. 5. Hil Folckerts, geb. ca. 1615. 6. Metske Folckerts, geb. ca. 1618. ²

  Persoonlijke feiten

• Inschrijving Nedergerechten: 24-12-1611, in Kollumerland (Fr). ³
Rintze Joannesz curator;
Folckert Joannesz curator, gebroeders;
Johannes Wygers oud 5 jaar, weeskind;
Auck Wygers oud 3 jaar, weeskind;
w: Wyger Joannes vader, broer van de curatoren.
Metske Johannes.

• Inschrijving Nedergerechten: 27-02-1621, in Kollumerland (Fr). ⁴
Marten Jans, woonachtig te Kollum, curator;
Elske Rinties, weeskind;
Rekening van Lou Harmens;
Johannes Jeppes;
Folkert Johannes zijn weduwe (= Aske Metskes).

• Voogdij: 12-03-1622, Kollumerland (Fr). Minne Jans te Burum, curator;
Elscke Rintiedr, curanda;
op verzoek van Johannes Jeppes;
Lou Harmens;
Folckert Johannes, zijn weduwe genoemd.

• Op 31-03-1625 werd in Kollumerland (Fr) een boedelinventaris opgemaakt. ⁵
Inventarisatie en beschrievinge gedaen en genomen tot versoeck van Tierck en Rintse Johannes sonen, gebroeders, als oomen en geauthoriseerde curatores geduirende d' ontscheidinge tot en over de ses minderiaerige weeskijnderen van w: Folckert Joesz, in echte geprocreert bij As Metskesdr en dat van den sterffhuijse en goederen bij gemelte Folckert metten doodt ontruimet bij den voornoemde As met Metske Aeuckesdr haer anderde man nu bewoont, deur angeven van deselve As en Metske, opten 31e Martij 1625

Olderdom van voorschreven kijderen:
Johannes Folckertsz olt int 18e iaer; Tamme Folckertsz olt in zijn 16e iaer; Saepe Folckertsz olt in zijn 14e iaer; Rintse Folckertsz olt 12 iaeren; Hil Folckertsdr olt int 11e iaer; Metske Folckertsz olt int 8e iaer.

Onroerende goederen:
In den eersten elliftehalve pondematen landts gelegen op de Beij, hebbende w: Metske Joesz negendehalff pondematen ten noordoosten, wesende met deselve in de lasten, pondemate pondemate gelijck;
Noch twaeliff pondematen landts gelegen bij w: Bronger Keimpesz gewesene huijsstede, metten lasten daerop van olts daerop behorende, volgens de scheidbrieff van dato den XIXe martij 1604;

Elliff einsen lants op de lange hameren, staende echte van Claes Wijgers aangecogt, volgens de coopbireff van dato den XIIIe 9bris 1616;

Een clein saete lants in Obtwijsel bij Fetse Joesz nu gebruickt, Tierck Joesz en w: Folckert Joesz elcx voor de helfte toebehorende, in eigendom becomen tegens een dardepart van 2 saeten aldaer waer aff dese saete de eene saete is, en de andere saete bij Retse Bruchts in levene bewoont is, van welcker 2 saeten gemelte Reste een dardepart van Harmen Tasma wegens Wuble Tasma, en de andere dardepart van w: Ipe Thomas als man en vooght van w: Taets Tiercxdr, hebbende de voornoemde Folckert en Tierck XXV Ggls voor toesaecke op rekeninge ontfangen;

Een gerechte helfte van een madt meed landts gelegen in.., groot in 't geheel 1 pondemate, hebbende de lange hameren ten oosten, Sije Allema ten suijden, de breede wech ten westen en de vicaris tot Westergeest ten noorden, beswaert in 't geheel met een pondemate in de zijlschattinge, staende echte angecogt, waertegens Lijuue Wijbes de andere helfte toebehoort, volgens de coopbrieff van dato den 1e maeij 1610;

Seeckere huijsinge staende in Ausbuier met bomen en plantagie staende echte angecogt van Feije Genis volgens de coopbrieff gedateert den VIe maeij 1606;

Het sterffhuis bij As Metsckedr bewoont is te verstaen haer met haer zalige broeders kijndt toe te behooren, waerom 't selve hier niet in consideratie compt, noch oock haer angeerfdde landen hier niet opgeteijkent worden.

Folckert trouwde met Aesck Metsckesdr, dochter van Metske Minnes, op de Uitterdijcken en Hil Rintsedr Halbetsma, vóór 1606. (Aesck Metsckesdr werd geboren circa 1587, overleden op 23-03-1665 in Kollum (Fr) en werd begraven in Kollum (Fr).)