Monte Boutsma
Poppe
Menne Montezn
(-vóór 1550)
Sjuw Poppes
(-ca 1553)
Metske Minnes, op de Uitterdijcken
(tussen 1537/1548-1613)

 

Gezin

Partners/kinderen:
1. Hil Rintsedr Halbetsma

Metske Minnes, op de Uitterdijcken

  • Geboren: tussen 1537 en 1548, Kollum (Fr)
  • Huwelijk (1): Hil Rintsedr Halbetsma
  • Overleden: 1613, Kollumer Uiterdijken (Fr)

  Bij het onderzoek

Jan Sieroversche: "Zij leefden op de Uitterdijk onder de klokslag van Collum".
"Metske Minnes werd voor het eerst genoemd in 1594 samen met zijn schoonvader als hij curator is over de kinderen van zijn schoonzuster Hylck Rinties Bauwema. Tevens in die periode 1603 tot 1615 genoemd als voogd en curator over de kinderen van zijn neef Theunis Wybets Haijema, zijn neef Ritske Poppes en zijn zwager Saepe Rinties te Burum. In 1614 namens zijn vrouw genoemd als bezitter van het huis aan de Oosterdiepswal no. 2. Gehuwd met Hilty Rintiesdr Bauwema en overleden op 4 november 1623 [dit is inmiddels gebleken als onjuist; m.z. 1613] te Kollum, waarna er een scheiding van de goederen gemaakt wordt tussen de andere erfgenamen van dit echtpaar en hun kleindochter "Elske Rinties". Hij schijnt samen met zijn vrouw niet binnen het dorp gewoond te hebben maar op een boerderij op de Uiterdijken."

Nico v/d Woude: "Metske Minnes, overl. Kollum (Uitterdijken) tussen 12 jan. 1613 en 4 okt. 1613, trouwt Hil Rintsedr (Halbetsma?), overl. Kollum (Uitterdijken) vóór 4 okt. 1613, trouwt 1. Tyiaert Teackes, overl. voor 5 maart 1594."

"Dit echtpaar komt voor in het eerder aangehaalde artikel over de familie Halbetsma in De Nederlandsche Leeuw 1925. Daar worden dan ook de ouders van Hil beschreven. In dezelfde publicatie staan ook deze vermeldingen: "25 Apr. 1579 verkoopen Tyaerd Taeckes en Hylck Rinthiedr Halbetsma, e.l., laatstgenoemde, zijnde een dochter van Ryntzie Halbetsma en Jelck Syursma, mede namens haar broeder Sape, aan Dirck Pieters en Liesbeth e.l. 4½ pondematen in de door dezen gebruikte heerd.
5 Febr. 1597: eindelijk wordt vonnis gewezen tegen Metscke Minnes en Rintie Sappes,
5 Mrt 1594 geauthoriseerd als curatoren over de zes weeskinderen van Tyiaert Taeckes en Hylck Rintiedr".
Uit deze genealogische sprokkelingen kan Hils afkomst mogelijk afgeleid worden. Metske Minnes wordt daar immers genoemd als curator: als Hylck Rintsedr identiek is aan Hil Rintsedr, dan is haar tweede man dus curator over de kinderen uit haar eerste huwelijk. Dat is zeker een gebruikelijke gang van zaken. Voor de identificatie spreekt zeker ook de geografische aanduiding: de Uitterdijken onder Kollum. Metske Minnes komt met zeer grote regelmaat voor in de archieven en hij treedt in de periode 1595 tot 1613 enkele keren op als curator. Metske is op 12 januari 1613 nog in leven, want dan is hij curator over de kinderen van Sape Rinses. Niet lang daarna overlijdt Metske, want op 4 oktober 1613 wordt een inventarisatie opgemaakt. Aanwezig zijn Syu Metskedr, "voor haar selven", Folkert Johannes en zijn vrouw, As Metskedr, en Elske Rintsedr, oud in het derde jaar, dochter van Rintse Metskes en Stijn Cornelis. Zij zijn allen erfgenamen van Metske Minnes en zijn vrouw, Hil Rintsedr, in leven op de "Uitterdijk onder de klokslag van Collum". Er is uiteraard sprake van een beschrijving van het sterfhuis, er is onder meer vijftig en nog eens zeven pondematen land en verder nog een huis op de Uitterdijken. In 1623 is de afrekening tussen de erfgenamen van Metske en Hil, in leven op de Kollumeruitterdijken en overleden anno 1613 (doorgehaald is: "op Sinte Margaritadach"). Ene Minne Jans is curator over Elske Rintsedr, samen met Lou Harmens "te echte hebbende die moye van Elske voorschreven". Ook aanwezig is As Metskedr, dan weduwe van Folkert Johannes. Op 4 november 1623 volgt een scheiding tussen de erfgenamen. Uit dit huwelijk (volgorde niet duidelijk): 1. As Metskedr. 2. Syu/Sieuwke Metskedr, trouwt Johannes Jeppes. 3. Rintse Metskes, trouwt Stijn Cornelisdr."

Aantekening TvdLeij: Kennelijk werden de juridische geschillen na Metske Minnes overlijden nog geregeld?

Zie https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QHK-935V-P551?i=1312&cat=246804
Sententieboek Kollumerland, aktedatum 19 maart 1616, folio 27
en
https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QHK-935V-P5KP?i=1334&cat=246804
Sententieboek Kollumerland, aktedatum 19 maart 1616, folio 49 1 2 3

  Persoonlijke feiten

• Geldzaken: 25-03-1588, Kollumerland (Fr). 4
Metske Minnes in persoon bekent gehuirt te hebben van Sijpt Ritskes, van weegen en als voermonder over Ritske Sickes weeskijnt, seeckere 12 pondematen gelegen op Collumer Uterdijcken vrije landen van huijsinge bij Metske nu etlijcke jaeren gebruickt, en dat voor een tijt van 3 jaeren beginnende nu Ludgeri anno 1588 tegenwoordigh 't eerste jaer en dat jaer voor henen en 20 Ggls vrij gelt sonder eenige cortinge met expresse conditien nochtans dat hoe Metske deur quade tijden geen .. ster genoete, dat hij in sulcke gevallen geen huir zal geven te betaelen jaerlijx allerheijligen .. .. opten (geen datum)

• Hij gebruikte op 26-01-1596 landerijen te Kollumerland (Fr). 5
Metscke Minnesz p: Nicolaeum relaxeert Marten Jansz alsulcke landen als hij van hem in huire heeft, mits hebbende betaelinge van huijsinge en anders 't gene hem nae recht mach competeren.
Lijuue Egbertsz p: Moesel relaxeert Metscke Minnesz alsulcke elliftehalve pondematen lants als hij van hem in huire heeft, mits hebbende 't gene hem nae recht mach competeren.

• Hij was op 12-07-1597 te Kollumerland (Fr) betrokken bij een rechtszaak. 6
Tiaert Fransz, impt, contra Metske Minnes als voormonder van Tiaert Taeckes weeskint, gedaagde.
Gesien bij den gerechte van Collnt 't proces voor den selven gerechte ongedecideert hangende tusschen Tiaert Fransz impt ter eenre. Op en tegens Metske Minnes als voormomber van Tiaert Taeckes weeskint, in dier qualiteit gedaagde ter anderen zijden.

• Hij was betrokken bij een rechtszaak op 20-12-1597. 7
Tiaert Fransz, impt, contra Metscke Minnesz en Rintie Sapis in haer qualiteit, gedaagden.
In der saecke hangende voor den gerechte van Collnt, tusschen Tijaerdt Fransz, impt ter eenre. Op en tegens Metscke Minnesz en Rintie Sapis als voormonders over w: Tiaerdt Taeckes weeskijnderen, gedaagden ter anderen zijden. Actum den XXe Xbris 1597.

• Inschrijving Nedergerechten: voogdij, op 09-05-1609, in Kollumerland (Fr).
Tierck Lyuues
curator;
Op verzoek van Lyuue Tiaerts oud 18 jaar weeskind;
Hylck Tiaerts oud 16 jaar weeskind;
Monte Tiaerts weeskind;
Op rekening van Metske Minnes;
Rintze Sapis.

• Op 04-10-1613 werd in Kollumerland (Fr) een boedelinventaris opgemaakt. 8
Inventarisatie ende beschrijvinge gedaen en genomen ten versoecke van Lou Harmensz als geauthoriseerde curator geduirende d' ontscheidinge tot en over Elscke Rintzedr olt in zijn 3e iaer, met consent en in bijwesen van Folckert Joesz als man en vooght van As Metske dochter en Siju Metskedr voor haer selven, te saemen kijnderen en kijndts kijnderen van w: Metske Minnesz en Hil Rintze dochter, in levene echteluiden wonende op de Uijtterdijcken onder den clockslach van Collum, deur angeven van Siju Metskedr voorschreven ende Stijn Cornelis Barnckesdr, moeder van Elscke voorschreven, opten 4e 8bris 1613.

Onder Inschulden opten 27e Janrij 1621 angegeven:
Cornelis Barnges is schuldich 140 daler van coop van twee peerden.

• Quaclappen: 07-04-1614. 9 Pagina 548. Gehele pagina doorgehaald, geen uitspraak:

Beernd Henricks burger in Groningen voor hem en als voorst van zijn 2 knn bij Martien Egberts. Contra Menso Folkerds als erfg. van Folkerd Pieters, zijn vader, en als volm. van zijn moeder Cornelis Harmens en Sicke timmerman [Hemmena?], te Burum, als voogden van hun huisvrouwen, Metske Minnes op Kollumeruiterdijken, voormomber over Tiaard Takes jongste kinderen, Rentse Tyard Takes aldaar, Taeke Tyards te Leeuwarden, de wed. [zal Trijn Jansdr zijn] van Jan Claesz nu e.h. van Taecke Wijbes, wonende op het Oog in Burumerland, de erfg. en kinderen van Jan Claas en Claas Jans wonende op de Ruigewaard, en Jan Jans wonende bij de vs. wed.

Volgende pagina is 549 met datum 7 april 1614.

Quaclappen 1613-1620 Hof van Friesland Leeuwarden: Pagina 557.
Berend Henricx voor hem en zijn 2 kinderen bij Martjen Egberts, impt Contra Menso Folkerds als erfg. van Folkerd Pieters, zijn vader en als volm. van zijn moeder en Cornelis Harmens en Sicke Hemmema als voogden van hun resp. huisvrouwen, Metske Minnes als voorm. over Tyaard Taekes jongste kinderen, Rintse Tyard Taekes, Taecke Tyards, en de wed. van Jan Claes, nu huisvrouw van Taecke Ubles, erfg. en kinderen van Jan Claes, Claas Jans en Jan Jans gedaagden, ........ te compareren voor de commisaris..... POINCTEN : 1. Uit wat oorsaken de geëiste schuld komt? 2. Oft hetselve de grietenije van Kollumerland in het algemeen concerneert? 3. Indien nee, oft de schuld niet komt tot particuliere last van het dorp Burum, oft enige huisluiden in het zelve dorp? 4. Door wat oorzaken de 567 c.gld. na Rentmr Claas Cornelis' specificatie en affrekeninge met dr. Igraem van Agchelen gemaakt, gementioneerd, op de name en tot profijt van Burum gesteld, zijn sp.... ? 5. Tot dien forme de quitantien te recouvreren van 24 sept 1591, aldaar gemeldet en gevonden onder Burum met nu : 86. 6. Oft de vs.567 lb niet zijn de 378 dalers in de quitantie van graaf Feddric van den Bergh ten processe gemeldt?

Quaclappen 1613-1620 Hof van Friesland Leeuwarden: Pagina 46.
Berend Henricks burger binnen Groningen, voor hem en als voorstander van zijn twee kinderen bij Marijtij Egberts zijn overleden huisvrouw. Contra Mense Folkerds, als erfg. van Folkerd Pieters zijn vader en als volmacht van zijn moeder, Cornelis Harmens en Sicke timmerman als voogden van hun resp. huisvrouwen, Metske Minnes op Collumer Uiterdijken, voormomber over Tijaard Takes jongste kinderen, Rentse Tyaard Takes aldaar, Taecke Tijaerds te Leeuwarden; de wed van Jan Claas nu e.h van Taecke Wijbes, wonende op het Oog in Burumerland, de erfg. en kinderen van Jan Claas en Jan Claas wonende op de Rugewaard, en Jan Jans wonende bij de vs. weduwe, gedaagden. HET HOFF cond. de ged. de impt. te betalen de somma van 277 dalers, met de intressen etc. vandien. Onverkort gedaagden hun recht tegen de ingezetenen van Burum.

Mense Folkerds is natuurlijk Metske Folkerts. Maar wie is hij? Zijn vader is Folkert Pieters...

• Geldzaken: 27-01-1621, Kollumerland (Fr). Onder de Inschulden opten 27e Janrij angegeven:
Cornelis Barnges is schuldig 140 daler van coop van twee peerden.

• Erfscheiding: 24-08-1623, Kollumerland (Fr). 10
Op huijden den 24e Augusti 1623 compareerden in eigener personen Minne Jansz, wonende tot Burum als curator ad hunc actum over Elscke Rintiedr, geadsisteert met Lou Harmens, te echte hebbende de moije van Elscke voorschreven en over de selven Elscke curator divisionis geauthoriseert zijn, mitsgaders gesterckt met Hero Jellema, notaris en postulant binnen Collum, requirant ter eenre ende Johannes Jeppesz ende As Metsckedr als moeder en legitiema tutrix over haere kinderen die zij in echte geprocreert heeft bij w: Folckert Johannesz, daarvooren onder verbant haerder goederen en renunciatie s: con: velleiani, occuperende, tesaemen het bewijndt als ontfanck en uijtgave gehadt hebbende van den sterffhuijse en goederen bij w: Metske Minnesz en Hil Rintsedr, in levene gewoont hebbende op Collumer Uijtterdijcken, waeraff gemelte Elscke voor een dardepart erffgenaem is, geadsisteert met Pieter Brongersma, postulant bij den gerechte voorschreven, gerequireerde ter andere zijden ... " ... Zoo is te considereren dat w: Metske Minnes en Hil Rintiedr overleden zijn in anno 1613, zijnde nu 10 iaeren geleden ...".

• Inschrijving Nedergerechten: 04-11-1623, in Kollumerland (Fr). 11
Lou Harmens, curator i.v.m. boedelscheiding;
Elske Rintiedr, curanda;
w: Metske Minnes, erflater en zijn vrouw
Hil Rintiedr;
Op verzoek van Joannes Jeppes.


Metske trouwde met Hil Rintsedr Halbetsma, dochter van Ryntzie Halbetsma en Jelck Aelckedr Syursma. (Hil Rintsedr Halbetsma werd geboren circa 1550 en overleed in 1613 in Kollum (Fr).)


Bronnen


1 Jan Sieroversche, Van Stins tot Waeghhoes (Kollum, 26-3-1999), Afstamming Iwema/Juma.

2 Jan Sieroversche, Van Stins tot Waeghhoes (Kollum, 26-3-1999), Latere toevoeging. 1594

Voor het eerst genoemd in 1594 samen met zijn schoonvader als hij curator is over de kinderen van zijn schoonzuster Hylck Rinties Bauwema. Tevens in die periode 1603 tot 1615 genoemd als voogd en curator over de kinderen van zijn neef Theunis Wybets Haijema, zijn neef Ritske Poppes en zijn zwager Saepe Rinties te Burum. In 1614 namens zijn vrouw genoemd als bezitter van het huis aan de Oosterdiepswal no. 2. Gehuwd met Hilty Rintiesdr. Bauwema en overleden op 4 november 1623 te Kollum, waarna er een scheiding van de goederen gemaakt wordt tussen de andere erfgenamen van dit echtpaar en hun kleindochter "Elske Rinties". Hij schijnt samen met zijn vrouw niet binnen het dorp gewoond te hebben maar op een boerderij op de Uiterdijken.

3 Nico van der Woude, via de website van Taeke van der Leij.

4 Rechterlijke Archieven Friesland, Recesboek Kollumerland 25 maart 1588, folio 123 verso.

5 Rechterlijke Archieven Friesland, Recesboek Kollumerland, aktedatum 26 januari 1596, folio ongenummerd.

6 Rechterlijke Archieven Friesland, Sententieboek Kollumerland. Pronunciatie dagh geholden den XIIe Julij 1597, folio 256 verso.

7 Rechterlijke Archieven Friesland, Sententieboek Kollumerland. Pronunciatie dagh geholden den XXe Decembris 1597, folio 282.

8 Weesboeken van Kollumerland, Weesboek Kollumerland, aktedatum 4 oktober 1613, folio ongenummerd.

9 Rechterlijke Archieven Friesland, Quaclappen 1613-1620 Hof van Friesland Leeuwarden.

10 Weesboeken van Kollumerland, Weesboek Kollumerland 1621-1625, inv. 68, folio 302.

11 Nedergerechten, Recesboeken B11 04-11-1623.


Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 14-11-2021 met Legacy 9.0, een onderdeel van MyHeritage.com; inhoud copyright en onderhouden door de website eigenaar