Aelke Syursma
Ryntzie Halbetsma
Jelck Aelckedr Syursma
Hed Rinties
(ca 1550-)

 

Gezin

Hed Rinties

  • Geboren: ca 1550

  Bij het onderzoek

Hed was curator naast Tomas Cornelis op 9-4-1644 te Kollumerland bij een erfscheiding tussen wijlen Jan Taeckes, vader, en Ans Wybedr, moeder, wijlen Antie Jans, erflaatster, en Saepe Folckerts.

En op 18-4-1648 was hij curator ad actum divisionis, naast Sape Jacobs, idem, bij wijlen Alcke Sapes (had een kind uit een eerder huwelijk). Op verzoek van Lysbettie Dircxdr, moeder.

Vanaf 1530 - 1556 komt er in Leeuwarden een naam Hed Halbetsma voor in de Quaclappen.

Uit: De Nederlandsche Leeuw, jaargang 43 (1925)
...Tenslotte trof ik een en andermaal aan een Hed Halbetsma: vermoedelijk dezelfde, die Andreae als „Gie" vermeldt: de leesfout is minder onwaarschijnlijk dan ze klinkt, indien men het vrij onduidelijke handschrift voor zich heeft. Was het wonder dat ik dezen Hed gaarne het vaderschap over Lubbe Hedts in de schoenen wilde schuiven ?
Ik vond hem vermeld van 26 Sept. 1549 tot 10 Mei 1552 als mederechter van Kollumerland, in Apr. 1561 als voogd over Renthie Wattesz, 1 Juli 1552 als voogd van het Gasthuis te Kollum. 27 Sept. 1552 niaart hij als naastleger 1 mansmad in Kollumer Legelandt en 3 Mei 1555 koopt hij met Coppen Harckema een losrente van 8 g.g. 's jaars uit Sye Buwema's goederen. Dat hij kinderen had, kwam ook vast te staan: 9 Juli 1573 verkochten Claes Peters en Moe, Hedt Halbetsma dochter, (e. l. ?) een losrente van 12 g.g. 's jaars uit hun beider landen en laatstgenoemde b.b. en c. op 1/2 huis op den grond van Abma in Mei 1579. Een zoon was wellicht Sappe Hedts bij Kollum (ook Renthie Halbetsma had een zoon van dien naam!), die begin 1579 stukken veenland verkocht op 't West van Kollum „Syurdema ten O." (vgl. Andreae pag. 127.)

Dat Lubbe Hedts, gehuwd met Wyts Sypckedr., ook een zoon was, bleek maar steeds niet, totdat een der laatste bladzijden van het oudste proclamatieboek de gewenschte oplossing bracht. Daar staat n.l. een akte ingeschreven, waarbij Lubbe Hettez Halbetsma en Wyts e. l. en hunne erven en nakomelingen b. b. en c. op een huis c a . te Kollum, Meckemasteeg ten O. en het kerkhof ten W., met het dominium utile van de stede waarop het staat, bezwaard met 3 g.g. jaarpacht aan den pastoor van Kollum; de proclamatien gingen 12 - 26 April 1579. Hiermede was dus het bewijs geleverd van de afstamming in vrouwelijke lijn van Dr. Scipio „Halbetsma" uit de echte Kollumer Halbetsma's van de 16e eeuw.

Een zeer nauwgezet onderzoek, akte voor akte, in de genoemde oudste registers, waarvoor mij tijd en gelegenheid ontbreken, zal wellicht nog eenig meer licht over deze vroegste tijden kunnen doen opgaan, speciaal ook voor het onderling verband der door mij gevonden oude Halbetsma's...

  Persoonlijke feiten

• Voogdij: 20-10-1633, Kollumerland (Fr). 1
Op huiden den 20e xbris 1633 compareerden in eijgener persoonen Hedt Rinthijesz en Jan Alckesz als geauthoriseerde voormonden over de drie naegelatene weeskijnderen van w: Reijn Alckesz bij Romck Geertsdr echtelijck geprocreert, etc.


Bronnen


1 Weesboeken van Kollumerland, Weesboek Kollumerland 1633-1637, folio 16.


Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 14-11-2021 met Legacy 9.0, een onderdeel van MyHeritage.com; inhoud copyright en onderhouden door de website eigenaar