Baeuckien Claesdr Dooijinga ^{1 2}

  Persoonlijke feiten

• Erfscheiding: 16-11-1621, Kollum (Fr). ³
Inventarisatie en beschrivinge gedaen en genomen tot versoeck van Hintze Reinsz als man en vooght van Theke Roeleffsdr, en Roeleff Lubbersz als geduirende d'ontscheidinge curator over Lijuwe Claesz in wiens plaetse compareerde Arnoldus Nicolai, notaris ende postulant binnen Collum, te saemen erffgenamen ab intestato van w: Bauckien Claesdr in levene echte huijsvrouwe van Rompt Baeuckesz tot Burum, ende dat van den sterffhuijse en goederen bij de voornoemde Bauckien metten doot ontruimet, bij Rompt Baeuckesz gepossideert, ende tuijschen de voornoemde Rompt en erffgenamen ongescheiden en ongedeelt staen, deur angeven van Rompt Baeuckesz en ter presentie van Hintze Reinsz en Arnoldus Nicolai voorschreven, opten XVIe 9bris 1621.

Rompt Baeuckesz secht voor eersten dat Hintze Reinsz en zijn huijsvrouwe uijtten sterffhuijse hebben gehaelt ofte laten halen twee kisten vol goets als hij niet in huijs was en tegens zijn wille, die hij versochte wederomme in den sterffhuijse gebracht te sullen worden, in sulcker voegen die daer uijt gehaelt zijn, zowel met gelt als claeren golt, clederen en anders, doch protesteren dien angaende sallfs rechts te blijven, daartegens de voorschreven erffgenamen zo veel haer dese acte schadelijck mach wesen, protesteerden oock salffs rechts te blijven, etc..

Baeuckien trouwde met Rompt Bauckes Sybema, zoon van Baucke Hayes Idema, op Weerderbuijren en Aeuck Romptsdr, vóór 1621. (Rompt Bauckes Sybema werd geboren circa 1596, overleden op 14-06-1654 in Burum (Fr) en werd begraven op 08-07-1654 in Burum (Fr) ^{4 5}.)